Danish to Dutch European Commission terminology (DGT)

Search term or phrase in this TERMinator '. "." . '

Purchase TTMEM.com full membership to search this dictionary
 
 
Share this dictionary/glossary:
 

 
database_of_translation_agencies
 

SourceTarget
Kommissionens gennemførelsesforordning (EU) nr. 990/2012Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2012 van de Commissie
af 25. oktober 2012van 25 oktober 2012
om godkendelse af et præparat af Propionibacterium acidipropionici (CNCM MA 26/4U) som fodertilsætningsstof til alle dyreartertot verlening van een vergunning voor een preparaat van Propionibacterium acidipropionici (CNCM MA 26/4U) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten
(EØS-relevant tekst)(Voor de EER relevante tekst)
EUROPA-KOMMISSIONEN HAR —DE EUROPESE COMMISSIE,
under henvisning til traktaten om Den Europæiske Unions funktionsmåde,Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
under henvisning til Europa-Parlamentets og Rådets forordning (EF) nr. 1831/2003 af 22. september 2003 om fodertilsætningsstoffer [1], særlig artikel 9, stk. 2, ogGezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding [1], en met name artikel 9, lid 2,
ud fra følgende betragtninger:Overwegende hetgeen volgt:
(1) Forordning (EF) nr. 1831/2003 indeholder bestemmelser om godkendelse af fodertilsætningsstoffer og om grundlaget og procedurerne for meddelelse af en sådan godkendelse.De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.
Artikel 10, stk. 7, sammenholdt med artikel 10, stk. 1-4, i forordning (EF) nr. 1831/2003 indeholder specifikke bestemmelser om evaluering af de produkter, der blev anvendt i Unionen som ensileringstilsætningsstoffer på datoen for forordningens anvendelse.Artikel 10, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 10, leden 1 tot en met 4, van die verordening stelt specifieke bepalingen vast voor de evaluatie van in de Unie als toevoegingsmiddelen voor kuilvoer gebruikte producten op de datum waarop die verordening van toepassing werd.
I henhold til artikel 10, stk. 1, i forordning (EF) nr. 1831/2003 blev et præparat af Propionibacterium acidipropionici (CNCM MA 26/4U) (præparatet) opført i fællesskabsregistret over fodertilsætningsstoffer som et eksisterende produkt, der tilhører den funktionelle gruppe af ensileringstilsætningsstoffer, til alle dyrearter.Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een preparaat van Propionibacterium acidipropionici (CNCM MA 26/4U), hierna „het preparaat” genoemd, in het Communautair repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding opgenomen als bestaand product, behorende tot de functionele groep inkuiltoevoegingsmiddelen, voor alle diersoorten.
Der er i henhold til artikel 10, stk. 2, sammenholdt med artikel 7, i forordning (EF) nr. 1831/2003 indgivet en ansøgning om godkendelse af præparatet som fodertilsætningsstof til alle dyrearter med anmodning om, at stoffet klassificeres i kategorien »teknologiske tilsætningsstoffer« og i den funktionelle gruppe »ensileringstilsætningsstoffer«.Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor een vergunning voor het preparaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, waarbij is verzocht dat toevoegingsmiddel in te delen in de categorie „technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „inkuiltoevoegingsmiddelen”.
Ansøgningen var vedlagt de oplysninger og dokumenter, der kræves i henhold til artikel 7, stk. 3, i forordning (EF) nr. 1831/2003.Bij die aanvraag waren de krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten gevoegd.
Den Europæiske Fødevaresikkerhedsautoritet (EFSA) konkluderede i sin udtalelse af 25. april 2012 [2], at præparatet under de foreslåede betingelser for anvendelse ikke har skadelige virkninger på dyrs sundhed, forbrugernes sundhed eller miljøet, og at anvendelsen af præparatet kan forbedre den behandlede ensilages aerobe stabilitet.De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 25 april 2012 [2]geconcludeerd dat het preparaat onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige effecten voor de diergezondheid, de gezondheid van de mens of het milieu heeft en dat het gebruik van dit preparaat de aerobe stabiliteit van het behandelde kuilvoer kan verbeteren.
EFSA mener ikke, at der er behov for særlige krav om overvågning efter markedsføringen.Specifieke eisen voor toezicht na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig.
EFSA gennemgik i sin udtalelse ligeledes den rapport om analysemetoden for fodertilsætningsstoffet, der blev forelagt af det i henhold til forordning (EF) nr. 1831/2003 oprettede EF-referencelaboratorium.De EFSA heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde communautaire referentielaboratorium was ingediend.
Vurderingen af præparatet viser, at betingelserne for godkendelse, jf. artikel 5 i forordning (EF) nr. 1831/2003, er opfyldt.Uit de beoordeling van het preparaat blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan.
Derfor bør anvendelsen af præparatet godkendes som anført i bilaget til nærværende forordning.Het gebruik van het preparaat zoals gespecificeerd in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.
Da der ikke er sikkerhedsgrunde, som kræver øjeblikkelig anvendelse af ændringerne af betingelserne for godkendelsen, bør der indrømmes en overgangsperiode, så berørte parter kan forberede sig på at opfylde de nye krav i godkendelsen.Aangezien het uit veiligheidsoverwegingen niet noodzakelijk is de gewijzigde voorwaarden van deze vergunning onmiddellijk te doen gelden, is het passend om de betrokken partijen een overgangsperiode te gunnen opdat zij zich kunnen voorbereiden op de naleving van de nieuwe uit deze verordening volgende voorwaarden.
Foranstaltningerne i denne forordning er i overensstemmelse med udtalelse fra Den Stående Komité for Fødevarekæden og Dyresundhed —De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
VEDTAGET DENNE FORORDNING:HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1Artikel 1
GodkendelseVerlening van de vergunning
Det i bilaget opførte præparat, der tilhører tilsætningsstofkategorien »teknologiske tilsætningsstoffer« og den funktionelle gruppe »ensileringstilsætningsstoffer«, tillades anvendt som fodertilsætningsstof på de betingelser, der er fastsat i bilaget.Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „inkuiltoevoegingmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
OvergangsforanstaltningerOvergangsmaatregelen
Det i bilaget opførte præparat og foder, der indeholder dette præparat, som produceres og mærkes før den 15. maj 2013 i overensstemmelse med de regler, der finder anvendelse før den 15. november 2012, kan fortsat markedsføres og anvendes, indtil de eksisterende lagre er opbrugt.Het in de bijlage beschreven preparaat dat en de dat preparaat bevattende diervoeding die, in overeenstemming met de regels die voor 15 november 2012 van toepassing waren, voor 15 mei 2013 geproduceerd en geëtiketteerd zijn, mogen in de handel worden gebracht en gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
IkrafttrædelseInwerkingtreding
Denne forordning træder i kraft på tyvendedagen efter offentliggørelsen i Den Europæiske Unions Tidende.Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Denne forordning er bindende i alle enkeltheder og gælder umiddelbart i hver medlemsstat.Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Udfærdiget i Bruxelles, den 25. oktober 2012.Gedaan te Brussel, 25 oktober 2012.
EUT L 268 af 18.10.2003, s. 29.PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
BILAGBIJLAGE
Tilsætningsstoffets identifikationsnummerIdentificatienummer van het toevoegingsmiddel
Navn på indehaveren af godkendelsenNaam van de vergunninghouder
TilsætningsstofToevoegingsmiddel
Sammensætning, kemisk betegnelse, beskrivelse og analysemetodeSamenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode
Dyreart eller -kategoriDiersoort of -categorie
MaksimumsalderMaximumleeftijd
MinimumsindholdMinimumgehalte
MaksimumsindholdMaximumgehalte
Andre bestemmelserAndere bepalingen
Godkendelse gyldig tilEinde van de vergunningsperiode
CFU/kg frisk materialeCFU/kg vers materiaal
Kategori: teknologiske tilsætningsstoffer.Categorie: technologische toevoegingsmiddelen.
Funktionel gruppe: ensileringstilsætningsstofferFunctionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen
Tilsætningsstoffets sammensætningSamenstelling van het toevoegingsmiddel
Præparat af Propionibacterium acidipropionici (CNCM MA 26/4U), der indeholder mindst 1x108 CFU/g tilsætningsstofPreparaat van Propionibacterium acidipropionici (CNCM MA 26/4U) met ten minste 1 × 108 CFU/g toevoegingsmiddel
Aktivstoffets karakteristikaKarakterisering van de werkzame stof
Analysemetode [1]Tælling ved pladespredningsmetoden (EN 15787)Analysemethode [1]Kwantificering in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: spreidplaatmethode (EN 15787)
Identifikation: PFG-elektroforese (pulsed field gel electrophoresis)Identificatie: pulsed-field gel-elektroforese (PFGE)
Alle dyrearterAlle diersoorten
I brugsvejledningen for tilsætningsstoffet og forblandingen angives oplagringstemperatur og holdbarhed.Vermeld in de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur en de houdbaarheid.
Minimumsdosering af tilsætningsstoffet, når det ikke anvendes sammen med andre mikroorganismer som ensileringstilsætningsstof: 1x108 CFU/kg frisk materiale.Minimumdosis van het toevoegingsmiddel indien niet gecombineerd met andere micro-organismen als toevoegingsmiddel voor kuilvoer: 1 × 108 CFU/kg vers materiaal
Sikkerhedsforanstaltninger: Det anbefales at bruge åndedrætsværn og handsker under håndteringen.Voor de veiligheid: er wordt aanbevolen om tijdens de hantering gebruik te maken van ademhalingsbescherming en handschoenen.
Nærmere oplysninger om analysemetoderne findes på referencelaboratoriets hjemmeside: http://irmm.jrc.ec.europa.eu/EURLs/EURL_feed_additives/Pages/index.aspxNadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het referentielaboratorium: http://irmm.jrc.ec.europa.eu/EURLs/EURL_feed_additives/Pages/index.aspx
om godkendelse af zinkchloridhydroxidmonohydrat som tilsætningsstof til foder til alle dyreartertot verlening van een vergunning voor zinkchloridehydroxide-monohydraat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten
Der er i overensstemmelse med artikel 7 i forordning (EF) nr. 1831/2003 indgivet en ansøgning om godkendelse af zinkchloridhydroxidmonohydrat.Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor de verlening van een vergunning voor zinkchloridehydroxide-monohydraat ingediend.
Ansøgningen vedrører godkendelse i tilsætningsstofkategorien »tilsætningsstoffer med ernæringsmæssige egenskaber« af zinkchloridhydroxidmonohydrat som tilsætningsstof til foder til alle dyrearter.De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor zinkchloridehydroxide-monohydraat als toevoegingsmiddel in de categorie „nutritionele toevoegingsmiddelen” voor alle diersoorten.
Den Europæiske Fødevaresikkerhedsautoritet (EFSA) konkluderede i sin udtalelse af 26. april 2012 [2], at zinkchloridhydroxidmonohydrat under de foreslåede betingelser for anvendelse ikke har skadelige virkninger på dyrs eller menneskers sundhed eller på miljøet, og at stoffet kan betragtes som en effektiv zinkkilde for alle dyrearter.De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeftin haar advies van 26 april 2012 [2]geconcludeerd dat zinkchloridehydroxide-monohydraat onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige effecten voor de diergezondheid, de gezondheid van de mens of het milieu heeft en dat het gebruik ervan als een effectieve bron van zink voor alle diersoorten kan worden beschouwd.
EFSA har ligeledes gennemgået den rapport om analysemetoden vedrørende fodertilsætningsstoffet, der blev forelagt af det i henhold til forordning (EF) nr. 1831/2003 oprettede referencelaboratorium.De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

Want to see more? Purchase TTMEM.com full membership